woensdag 14 mei 2014

Lisboa: Je neonnachten vol paarden in draf

Lissabon © Liesbeth Annokkee

Lisboa

Slok me op zoals de oceaan
een ijle wolk, ik ben een losgeslagen schip.

Ik hou van de diepte van jouw straten, Lisboa,
je monotone metromuziek, de omwoelde nachten
van je sterverlichte slaap en hoe je klinkt
in een oude dichteres, een op dronk gekomen
stroeve wijn, een droevig lied.

Ik lag aan je boezem, jij stootte me af,
je warme hart klopte nooit voor mij.
Een vissenkop ben je met koude vissenogen,
een graat steekt in je ziel.

Boeren van de zee temden dit water.

Het riool spoelt de Taag. De veel bezongen Taag
met excrementen waarvan de vissen vreten.

Ik hou van de ruimte van jouw pleinen, Lisboa,
hoe de zon windstil matrozen beschijnt,
het korrelig rood van je mossige daken,
je neonnachten vol paarden in draf.

Rense Sinkgraven


Lisboa

Engole-me como o oceano
engole uma ténua nuvem, eu sou um barco à deriva.

Amo a profundeza das tuas ruas, Lisboa,
a tua música monótona do metro, as noites revolvidas
do teu sono iluminado de estrelas, e como tu soas
numa velha poetisa, num vinho áspero
amadurecido, numa canção triste.

Deitei-me encostado ao teu peito, tu repeliste-me,
o teu coração quente nunca bateu por mim.
És uma cabeça de peixe com os teus frios olhos de peixe,
tens uma espinha espetada na tua alma.

Camponeses do mar domesticaram esta água.

O esgoto lava o Tejo. O tão cantado Tejo
com excrementos que os peixes comem.

Amo a largueza das tuas praças, Lisboa,
o modo como o sol sem aragem brilha sobre os marinheiros,
o vermelho granuloso dos teus telhados musgosos,
as tuas noites de néon cheias de cavalos a trote.

Rense Sinkgraven
[Vertaling Joana Serrado]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten