Matrozen in Lissabon
Lisboa
Slok me op zoals de oceaan
een ijle wolk, ik ben een losgeslagen schip.
een ijle wolk, ik ben een losgeslagen schip.
Ik hou van de diepte van jouw straten, Lisboa,
je monotone metromuziek, de omwoelde nachten
van je sterverlichte slaap en hoe je klinkt
in een oude dichteres, een op dronk gekomen
stroeve wijn, een droevig lied.
je monotone metromuziek, de omwoelde nachten
van je sterverlichte slaap en hoe je klinkt
in een oude dichteres, een op dronk gekomen
stroeve wijn, een droevig lied.
Ik lag aan je boezem, jij stootte me af,
je warme hart klopte nooit voor mij.
Een vissenkop ben je met koude vissenogen,
een graat steekt in je ziel.
je warme hart klopte nooit voor mij.
Een vissenkop ben je met koude vissenogen,
een graat steekt in je ziel.
Boeren van de zee temden dit water.
Het riool spoelt de Taag. De veel bezongen Taag
met excrementen waarvan de vissen vreten.
met excrementen waarvan de vissen vreten.
Ik hou van de ruimte van jouw pleinen, Lisboa,
hoe de zon windstil matrozen beschijnt,
het korrelig rood van je mossige daken,
je neonnachten vol paarden in draf.
hoe de zon windstil matrozen beschijnt,
het korrelig rood van je mossige daken,
je neonnachten vol paarden in draf.
Rense Sinkgraven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten